Wil jij ook een vogelvriendelijke tuin?

1. Vogels voeren

Vogels mag je het hele jaar voeren. Tijdens de winter moeten vogels hun lichaamstemperatuur op 40°C houden en daar hebben ze veel energie voor nodig. Om extra energie te geven, voer je ze dan best vetbollen en pinda’s.

Tijdens de lente hebben vogels het druk met het bouwen van een nest. In deze periode hebben ze vooral nood aan eiwitten. Die kan je geven in de vorm van insecten (meelwormen).
Tijdens de zomer veranderen vogels van vederkleed. Ook dan hebben ze eiwitten nodig. Misschien vinden ze die wel voldoende in je tuin maar voeding bijgeven (meelwormen) mag steeds omdat vogels niet gulzig zijn en zich extra gaan volproppen. Als hun honger gestild is zullen ze niet verder eten zoeken.
Tijdens de herfst vinden vogels misschien voldoende eten in de tuin als er bessen en vruchten te vinden zijn. In deze periode mag je pinda’s en vetbollen bijgeven.

2. Wat eten vogels graag?

• mezen (koolmees, pimpelmees,...):
  vetbollen, vetrijke zaden, noten, pinda's en zonnebloempitten
• roodborstje, winterkoning en heggenmus:
  meelwormen, voedertafelmix en fijn gehakte noten
• merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw:
  alle soorten bessen, voedertafelmix, fruit, rozijnen en krenten
• mussen, vink en groenling:
  pinda's, voedertafelmix en zonnebloempitten
• specht, boomklever en boomkruiper:
  pinda's, vetbollen, zonnebloempitten en noten

     Tip: voorzie ook steeds water in de tuin.

3.  Nestkasten

• Hang ze op een rustige plek in de tuin, zorg dat de vogels niet gehinderd worden door takken of dergelijke. Zorg ook dat ze niet binnen het bereik van katten hangen.
• Bevestig de kasten voldoende stevig zodat ze bij wind niet heen en weer gaan slingeren.
• Hang de opening naar het noordoosten.
• Voorzie je enkele nestkasten in de tuin, hang ze dan voldoende ver uit elkaar. Voor vogels van dezelfde soort voorzie je 10m en voor verschillende soorten 3m.